Katerveersluizen Zwolle

Katerveersluizen

Katerveersluizen Zwolle | november 2024 | i.o.v. Gemeente Zwolle

Sluizen vormen onmisbare schakels in het uitgebreide netwerk van natuurlijke waterlopen en gegraven kanalen dat Nederland rijk is. De Katerveersluizen werden als onderdeel van de in 1819 geopende Willemsvaart aangelegd om dit nieuw gegraven kanaal te verbinden met de IJssel, en zo Zwolle een belangrijke nieuwe ontsluiting te bieden.

Al snel bleek de Willemsvaart een groot succes en de capaciteit van de eveneens in 1819 geopende Kleine Sluis bleek rond het midden van de negentiende eeuw onvoldoende om in de groeiende behoefte van de scheepvaart te voldoen. Na eerdere plannen om de bestaande sluis te voorzien van een grotere schutkolk werd tussen 1871 en 1873 een tweede, grotere sluis aangelegd ten noorden van de bestaande sluis.

Hoewel beide sluizen sindsdien de nodige wijzigingen hebben ondergaan, bleef hun hoofdopzet grotendeels bewaard en is daarmee sprake van een uniek complex van twee gekoppelde negentiende-eeuwse sluizen.

Bijzonder daarbij is bovendien dat over de binnenhoofden van beide sluizen historische ijzeren ophaalbruggen liggen die lange tijd een belangrijke schakel vormden in de verbinding tussen de Zwolse binnenstad en het al sinds de veertiende eeuw fungerende Katerveer, eeuwenlang de enige verbinding tussen Zwolle en Gelderland.

Kleine Sluis

De in 1819 door Berend Hendrik Bentinck tot Buckhorst, de toenmalige gouverneur van Overijssel, geopende Kleine Sluis heeft gemetselde sluishoofden met hardstenen afdekkingen en een enkel stel houten puntdeuren in elk sluishoofd.

Voor de aanleg van het buitensluishoofd werd gebruik gemaakt van het hogere terrein ter plaatse van de al aanwezige laat zestiende-eeuwse Katerschans. In de in 1819 nieuw gebouwde vleugelmuren aan de zijde van de IJssel zijn nog altijd ten dele de contouren van deze schans herkenbaar. Voor het binnensluishoofd werd de bestaande weg vanaf het Katerveer gekozen en om deze wegverbinding in stand te houden werd over het binnensluishoofd een ophaalbrug aangelegd.

Tussen de in hoofdopzet grotendeels oorspronkelijke sluishoofden bevindt zich een wat onregelmatig gevormde ovale sluiskom. Deze had oorspronkelijk belopen met houten beschoeiingen en gedeeltelijk met basaltblokken beklede oevers. Om de capaciteit te vergroten werd dit aan het eind van de negentiende eeuw gewijzigd in ruimere, met basaltblokken beklede belopen zonder beschoeiingen. Vooral aan de noordzijde werd de schutkolk daarbij ook uitgelegd. De nieuwe belopen werden langs de bovenrand voorzien van gemetselde tweesteens rollagen. Deze opzet bleef sindsdien nagenoeg ongewijzigd bewaard.

Een over het buitensluishoofd aangebrachte voetbrug werd in de vroege twintigste eeuw vervangen door de huidige ijzeren rolbrug. De oorspronkelijk houten ophaalbrug over het binnensluishoofd werd al in de negentiende eeuw vervangen. Vervolgens werd hier in 1934 de historische ijzeren Ganzepannerbrug, oorspronkelijk behorend bij het Overijssels Kanaal, geplaatst.

Grote Sluis

De Grote sluis werd in 1873 in gebruik genomen als belangrijke uitbreiding van het bestaande sluiscomplex. De sluis heeft gemetselde sluishoofden met hardstenen afdekkingen. Beide sluishoofden hebben een enkel stel houten puntdeuren, maar de mogelijkheid om in beide sluishoofden een extra stel, in tegengestelde richting draaiende, deuren toe te voegen.

Tussen de in hoofdopzet grotendeels oorspronkelijke sluishoofden bevindt zich een rechthoekige schutkolk met op de afgeronde hoeken gebogen vleugelmuren van basaltblokken. De schutkolk was oorspronkelijk uitgevoerd als ‘groene kolk’, maar heeft sinds 1992 een lage beschoeiing en deels met betonblokken beklede grastaluds.

De plaats van de Grote Sluis werd bepaald door de al aanwezige Kleine Sluis, de dijk langs de IJssel en de bestaande weg (Katerveerdijk) over het binnensluishoofd van de Kleine Sluis. Vanwege de iets grotere lengte liggen echter beide sluishoofden van de Grote Sluis meer naar het oosten en ook ligt de Grote Sluis verdraaid ten opzichte van de Kleine Sluis voor een betere oriëntatie op de Willemsvaart. De Grote Sluis kreeg een dubbele ophaalbrug over het binnensluishoofd, zodat de bestaande route vanaf het Katerveer naar Zwolle behouden bleef.

In 1992 werd in het buitensluishoofd het Gemaal Katerveer ingevoegd. Het betonnen machinegebouw sluit aan in de oorspronkelijke deurkassen.

De toekomst

Inmiddels is een renovatie van het complex noodzakelijk. Om hierbij aanwezige cultuurhistorische waarden zoveel mogelijk in de planvorming te betrekken en verlies aan waarden te voorkomen heeft de gemeente Zwolle het Monumenten Advies Bureau gevraagd een Bouw- en Cultuurhistorisch onderzoek te verrichten voor beide sluizen en daarover gelegen bruggen. De twee rapporten geven naast de historisch context een uitgebreid en gedetailleerd inzicht in de aanwezigheid van waardevolle historisch onderdelen.

Afb. 2 – Ontwerptekening voor het binnensluishoofd van de Kleine Sluis uit 1818 – Nationaal Archief, nr. 4.WCA-8896.

Afb. 6 – Bouwplaats en tijde van de bouw van de Grote Sluis in 1872 – Historisch Centrum Overijssel, nr. 1676-23571.

Afb. 10 – Het zojuist gereed gekomen binnensluishoofd van de Grote Sluis in 1873 – Nationaal Archief, nr. 2.24.11-0-121.

Afb. 14 – Overzicht van schuttende schepen in de Kleine Sluis in 1910 – Historisch Centrum Overijssel, nr. 1679-4357.